Blog

Onderwijskwaliteit

By 29 april 2020 No Comments

Op 22 april presenteerde de Inspectie van het Onderwijs de rapportage “De Staat van het Onderwijs” waarin zij constateert, op basis van bestuursgericht toezicht, dat de kwaliteit van het basisonderwijs achteruit gaat. Bij ongeveer 20% van de besturen vraagt de kwaliteitszorg aandacht, omdat deze te weinig zicht hebben op de kwaliteit van hun scholen en daardoor te weinig kunnen sturen op verbetering. Daarnaast heeft de Inspectie geconstateerd, op basis van verschillende soorten onderzoeken en met daarop afgestemde standaarden, dat bij 18% van de onderzochte scholen de kwaliteitszorg onvoldoende is. Dit betekent dat bij 1 op de 5 besturen en/of scholen de kwaliteitszorg niet op orde is. Dat is best hoog.

Over het algemeen wordt dit wel herkend in het onderwijsveld en zijn er zelfs voorspellingen gedaan dat dit zou kunnen gebeuren. Dit heeft vooral te maken met de werkdruk en het oplopende leraren- en schoolleiderstekort, waardoor het waarborgen van de onderwijskwaliteit in het gedrang komt. Dit is de verklaring die veelal uit het onderwijsveld gegeven wordt. Opmerkelijk is wel dat de Inspectie verklaart, dat er niet met gegevens onderbouwd kan worden dat deze dalingen rechtstreeks tot het tekort leiden. Zij komt wel tot andere conclusies uit onderzoek.

Een gebrek aan monitoring van en sturing op verbetering van onderwijskwaliteit door het bestuur en/of de directie, lijken wat de Inspectie betreft de belangrijkste oorzaken voor het uitblijven van duurzame verbetering. Ook lijken de leraren op deze scholen, verklaart zij, niet te beseffen dat de onderwijskwaliteit onvoldoende is en er veranderingen in leerkrachtgedrag nodig zijn. Hierdoor blijven de leerresultaten te laag. De kwaliteit van deze scholen lijkt zich pas te herstellen als de directie en/of het bestuur doelgericht gaan sturen op resultaten en leerkrachtvaardigheden.

Als dat laatste waar is, dan is dat eeuwig zonde. Ik ben er ook van overtuigd dat de werkdruk en de tekorten zijn weerslag hebben op de kwaliteit van het onderwijs. Ik zie ook dat er binnen besturen en op scholen veel aandacht is hiervoor, zonder voor met name de tekorten direct toepasbare oplossingen te hebben. Maar als gebrek aan monitoring van en sturing op verbetering van onderwijskwaliteit door het bestuur en/of de scholen de belangrijkste oorzaken zijn, dan is dat niet nodig. Er zijn voldoende systemen, middelen, aanpakken en oplossingen voorhanden om goed sturing te kunnen geven. Of het nou gaat om leerkrachtvaardigheden, zicht op ontwikkeling, kwaliteitszorg en -cultuur of resultaatgericht werken. Een goede cyclische aanpak, met systemen die in samenhang zich richten op het leren en ontwikkelen van de leerlingen, biedt uitkomst in deze gevallen.

Al bijna 10 jaar adviseer, coach en train ik scholen door middel van maatwerk, afhankelijk van de context van de school, en ik heb daarbij ervaren dat een goede aanpak binnen korte tijd effect heeft op niet alleen de leerresultaten, maar ook op het welbevinden van team, leerlingen en ouders en de professionele standaard in de school. Door je niet puur te richten op de leerresultaten, deze heten niet voor niets resultaten, maar vooral op het doel om kinderen te laten leren en ontwikkelen en hier een goede visie op te formuleren en planmatig en cyclisch uit te werken, krijg je in relatief korte tijd een professionele leercultuur waarin alle betrokkenen zich goed kunnen bewegen. Doel het lerende kind, het middel goed onderwijs en het resultaat goede opbrengsten.

www.alfonsflik.nl/onderwijsadvies/organisatieadvies